Ik ontmoette een Tsjechische vrouw in Portugal. Aan de rand van het zwembad masseerde ze de gasten op eigenaardige wijze. Met sommige badgasten vertrok ze. Een witte hoteldeur. Een tijdje bespiedde ik de handelingen -geheel op moderne wijze- van achter mijn Ipad. Na een paar minuten was er geen houden meer aan: Ik wil ook!
Het eerste dat opviel: mannen en vrouwen leken na een paar Tsjechische minuten handarbeid blij, een blije glimlach verscheen bij iedereen. Fluisterde ze een mop in? Zo zachtjes dat niemand anders het hoorde? Ik focuste op haar gezicht. Ja ze mompelde wel wat, het leek meer een gebed dan een dijenkletser. Een harige witte man lachte zijn gele tanden bloot. Een meisje moest ook lachen wat voor haar moeder een ideaal fotomoment was. Ik wilde het weten. Hoe doet ze dat en wat doet ze?
Ik raapte wat moed bijeen en trok de badslippers aan. Wat kost dat? (typische directe boerse Hollandse vraag). Ik had meteen spijt bij het uitspreken al. “Ik ben Eva, zei ze in het Engels. “Je kijkt al een tijdje naar me.” Euh…’Shit, volgende keer toch die krant met gat nemen!’ Ik ben voor vandaag klaar, maar kom morgen weer dan is it your turn. Ze lachte vriendelijk, een zachte serieuze oogopslag wachtte op mijn bevestiging. “Dat is goed“, glimlachte ik serieus terug. Maar ik zou haar de volgende dag niet zien. Het Tsjechische raadsel van haar handen voelde ik die avond nog.